Blogs

Theorie examen

Velen van ons hebben al het rijbewijs. Jaren geleden, of net gehaald. Het kost tijd en geld. Vroeger bestond het examen uit theorie en praktijk. Voor de theorie kreeg of kocht je een boekje waarin de lessen stonden, en ging je elke week naar de cursus. Soms kon je een proefexamen maken. Voor de praktijk kreeg je autorijlessen. In die tijd werd het examen op één dag afgenomen zowel theorie als praktijk. Men ging dan naar de Maagdenberg in Venlo, reed van daar uit met de examinator een rondje door de stad en over de snelweg, kwam terug en deed de theorie, en hoorde dan of je geslaagd was of niet.

Terugkijkend heb ik zelf nooit moeite gehad met de theorie, eerder met de praktijk. Mijn examinator heeft wel 4 tot 5 keer ingegrepen. Mijn fileparkeren eindigde tegen de stoep en bij het omkeren sloeg de motor uit. Onder het rijden was ik zenuwachtig, twijfelend en zeer onzeker. Ik beefde als een rietje. Voor het theorie-examen echter slaagde ik met maar twee fouten. Toen de examinator terugkwam gaf hij mij de hand. ‘je bent geslaagd’, zei hij. ‘Proficiat’ … ‘ervaring in het rijden komt vanzelf’, zei hij.

Waar ik naar toe wil is dat theorie en praktijk twee verschillende dingen zijn. Dat weet iedereen natuurlijk. Nu wil ik jullie meenemen naar Gods Woord, de Bijbel. Ook hier krijgen we te maken met theorie en praktijk . We zijn allen Christenen, dat mogen we aannemen? We sluiten ons aan bij een gemeente, sommigen worden lid en sommigen krijgen een taak of een bediening. We zijn allen enthousiast bezig met onze werkzaamheden binnen de gemeente. Dat is de praktische kant. En dan sluipt het gevaar binnen en krijg je valkuilen. Mensen komen met problemen e/o vragen. Wat ga je dan antwoorden? Wat ga je dan zeggen? Hoe ga je ermee om? Dan komen vaak de eigen ideeën, de eigen interpretaties. En daar is de valkuil. Want als je antwoord niet op Bijbels fundament staat, is het dan wel een goed antwoord? En dan heb ik het niet zozeer over de leden in het algemeen, maar over de leden met een bediening, zoals de oudsten, de voorganger, diakenen e/o de raad. Dezen zijn het die grote verantwoording dragen, en veel voor de kiezen krijgen. Kijk, we willen wel allemaal… Aan het willen ontbreekt niets in zekere zin. Maar wat zeer zeker belangrijk is, is de theorie, het Woord van God. Kennen we onze Bijbel? Hoe staat het met uw en mijn kennis? Kunnen we ons statement onderbouwen? Op Bijbelse fundering dan wel?

Een gemeente staat of valt met de kennis van de leiding. Het is een top-downbeweging. Is de leiding onwetend dan is er geen inhoud in de gemeente. In de top chaos? ‘Op de vloer erwtensoep zeg ik maar altijd.’ Dat is mijn mening. Staat er niet geschreven: ‘Mijn volk gaan ten onder door gebrek aan kennis’? Is het dan niet nodig om Hem beter te willen leren kennen? Is het niet Hij die wijsheid, kennis en inzichtgeeft? Of is er te weinig ontzag voor De Heer zodat we de wijsheid niet verkrijgen?

2 Petrus 1: 5/7 zegt: ‘2 Petrus 1: 5/7 zegt: ‘En daarom moet u zich er met alle inzet op toeleggen om aan uw geloof deugd toe te voegen, aan de deugd kennis, aan de kennis zelfbeheersing, aan de zelfbeheersing volharding, aan de volharding godsvrucht aan de godsvrucht broederliefde en aan de broederliefde liefde voor iedereen‘.

Voordat ik Miriam leerde kennen dacht ik ook een gelovig leven te leiden. Ik dacht gezegend te zijn maar leefde er niet naar. Ik gooide er met de pet naar en leefde mijn leven zoals ik het zelf wilde. In plaats dat ik naar een kerk of plaatselijke gemeente ging, sliep ik heerlijk uit, of ging ik naar het voetbalveld om mijn kinderen te zien spelen. Door de weeks werken en ‘s avonds naar de karate school. Daar was ik ook redelijk goed in, al zeg ik het zelf, en ik was er trots op. Ik haalde de derde bruine band, wat gelijk is aan zwart, en deed mee met kleine wedstrijden. Van de 10 dakpannen sloeg ik er 7 doormidden. Oh wat was ik een haantje. (wel een domme). Ik ging voor weinigen opzij, had een grote mond want ik was tóch sneller dan de ander. Letterlijk leefde ik een zinloos leven. Ik leerde mijn kinderen vechten. Af en toe las ik het Woord, en discussieerde met iedereen die er tegen was of er anders over dacht. Maar in feite leefde ik zonder kennis. Zonder kennis van het Woord van God. Na 17 jaar kwam een einde aan mijn huwelijk, en mijn gezin werd uit elkaar gegooid. De ‘zegen’ die ik al die tijd voelde, waarvan ik dacht dat die er was, was weg. Wat een leegte, wat een verdriet. Maar als je dan denkt dat ik toen anders ging leven heb je het mis. Ik gooide de kont tegen de krib. Ging uit, en alcohol was me niet meer vreemd. Het leven werd nog ellendiger. Er is nog veel meer misgegaan, Maar om het verhaal kort te maken: Ik keerde om, op advies van mijn twee oudste broers. Ik las weer De Bijbel en viel op mijn knieën… Door Miriam kwam ik weer echt op gang. Zij is waarlijk een verhoring van mijn gebed maar dat is weer een ander verhaal.

Het is niet mijn bedoeling om hier een ‘ík’-verhaal van te maken, maar wat ik wil duidelijk maken is dit: Uit ervaring kan ik zeggen dat men niet als zogenaamde gelovige kan leven zonder de kennis van het Woord van God. Ook nu schiet ik veel te kort wat betreft de kennis, ‘de theorie.’ I’m workin’on it ;-). Geloven en kennen zijn ook twee verschillende dingen. Men gelooft in God. Maar dat doet de tegenstander ook. Of men Hem kent is een belangrijkere vraag. Wie is God? Wat is God? Waar is God? Wat zegt God? Hem te leren kennen en te weten wat Gods wil is, kan mijns inziens maar op een manier, en dat is door kennis te vergaren uit Zijn Woord.

Scientia potentia est. Oftewel, kennis is macht. Met behulp van het Woord van God, onze Vader, zijn we bij machte het kwade te weerstaan. Hoe komen we aan die kennis? 1 verzuim de samenkomsten niet. 2 Bijbelstudie. 3 zelf toetsen en onderzoeken. 4 overpeins Het Woord.

Nog een ding wil ik meegeven: Denk niet alleen aan God, praat met God!

Gods Zegen. Patrick

2